Erfelijke diabetes in de Kindergeneeskunde

In deze cursus leert u aan de hand van casuïstiek meer over GCK MODY (MODY 2), HNF1A MODY (MODY 3) en HNF1B MODY (MODY 5). U leert hoe ze te onderscheiden en het belang van het onderscheiden van deze vormen van diabetes.  U krijgt diagnostische handvatten om de verschillende vormen te herkennen. Daarnaast worden andere veelvoorkomende vormen van MODY en (andere) syndromale vormen van diabetes behandeld. De cursus sluit af met een toets en eventuele herkansingen.
 

Leerdoel
Na afloop van deze cursus kunt u uitleggen wat MODY is, benoemen wat de geschatte prevalentie van MODY is, welke diagnostische en therapeutische middelen u kunt inzetten, en wat de prognoses zijn.

Doelgroep
Kinderartsen.
 

Accreditatie

Accreditatie is verleend door de NVK (409611).

Zorg en welzijn
access_time 60 minuten
turned_in_not Certificaat

Als kinderarts behandelt u veel patiënten met diabetes mellitus. Hierbij gaat het voornamelijk om kinderen met DM1. Vormen van diabetes die minder vaak voorkomen zijn monogenetische vormen: Neonatale DM, MODY (Maturity Onset Diabetes of the Young) en (andere) syndromale vormen van diabetes. De meerderheid van de kinderen met genetisch bevestigde monogenetische diabetes wordt in eerste instantie vaak ten onrechte gediagnosticeerd als DM1 patiënt, of (minder vaak) als DM2 patiënt. De vorm van monogenetische diabetes die veruit het meest voorkomt is MODY.

Voordelen van deze e-learning

  • Studeren wanneer jij wilt
  • Altijd en overal te volgen: alleen een internetverbinding vereist
  • Accreditatiepunten worden automatisch bijgeschreven
  • Geschikt voor iedere zorgprofessional
  • Een jaar lang toegang